Topsector ICT

Deze ICT-onderwerpen krijgen de komende 4 jaar prioriteit van bedrijven, kennispartijen en overheden

Eerste Kennis- en Innovatieagenda Digitalisering bekrachtigd.

Eveline Meijer

Voor het eerst heeft Nederland een zogenoemde Kennis- en Innovatieagenda voor Digitalisering, de KIA Digitalisering. Het gaat om een kader voor de investeringen rondom ICT-onderzoek en innovatie voor de komende vier jaar. De KIA Digitalisering is onderdeel van het Kennis- en Innovatieconvenant voor de periode 2024-2027, dat vandaag is bekrachtigd.

De Nederlandse samenleving heeft diverse uitdagingen die het hoofd geboden moeten worden. Denk aan vergrijzing, de energietransitie en ook de digitale transitie. Maar het is niet mogelijk om overal tegelijkertijd op in te springen. Daarom bestaat het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC), waarin beschreven staat hoe het bedrijfsleven, de kennissector en de overheid samenwerken aan gestelde prioriteiten. Aan de hand van verschillende Kennis- en Innovatieagenda's (KIA’s) wordt een kader geboden op verschillende onderwerpen. Voor het eerst gebeurt dat nu ook voor digitalisering, middels de gloednieuwe KIA Digitalisering.

"Binnen alle topsectoren zijn subsidiegelden beschikbaar"

“Binnen alle topsectoren zijn allerlei middelen – subsidiegelden – beschikbaar, gericht op onderzoek en innovatie. Maar hoe zet je die dan precies in? Daar heb je een kader, raamwerk of agenda voor nodig”, vertelt Frits Grotenhuis. Hij is directeur van Topsector ICT, die de coördinator is van de KIA Digitalisering. “Dat is wat we nu ontwikkeld hebben, met tientallen partijen uit de achterban. Dat gaat echt van ministeries tot de Nederlandse AI Coalitie, het bedrijfsleven, wetenschappers en maatschappelijke organisaties. Dus het is een heel breed gedragen kader, met daarin beschreven waar we de komende vier jaar met elkaar op gaan investeren.”

Wat heeft prioriteit?

Technologie is echter nogal breed. Van 5G tot AI en van software-ontwikkeling tot cybersecurity – er zijn tal van onderwerpen waar aandacht aan besteed kan worden. Dus wat heeft dan prioriteit? Allereerst wordt gekeken langs vijf centrale missies voor de Nederlandse samenleving: gezondheid & zorg, landbouw, water & voedsel, veiligheid, klimaat & energie, en circulaire economie. Missies waarbij misschien niet direct aan ICT gedacht wordt, maar waarbinnen technologie wel een rol speelt.


“Denk aan slimme irrigatie voor de landbouw, hoe we omgaan met vertrouwelijke datasets en federatief delen, of energie-vraagstukken. Wij kunnen met technologie op die punten innoveren en kennis ontwikkelen, maar ook met toepassingen bijdragen aan al die vraagstukken. We werken dus ook nauw samen met directeuren van andere topsectoren, die weer hun eigen KIA’s coördineren”, verklaart Grotenhuis.

Maar ook dan speelt nog het probleem dat er enorm veel verschillende technologieën zijn waar aandacht aan besteed kan worden. “Vanuit Economische Zaken en Klimaat heb je de zogenaamde nationale technologiestrategie, waar tientallen sleuteltechnologieën in zitten. Wij hebben gekeken naar wat daar de potentiële economische en maatschappelijke impact is, waar nu al aan gewerkt wordt, waar slim op doorgebouwd kan worden en waar al grote onderzoeks- en innovatieprogramma’s voor bestaan.”


Daarnaast is gekeken waar behoefte naar is vanuit het veld zelf, aangezien bedrijven ook een rol spelen bij deze innovatie en het dus van groot belang is dat ook zij aanhaken. “Dat proberen we op een slimme manier bij elkaar te brengen. Op basis daarvan zijn zeven digitale sleuteltechnologieën uitgekozen, waar we de komende tijd prioriteit aan geven.”

Innoveren en reflecteren

Die zeven prioriteiten zijn geworden: kunstmatige intelligentie, cybersecurity, software technologies en computing, digital connectivity, digital twinning en immersive technologies, neuromorphic technologies en data science, data analytics en data spaces.


Op deze gebieden wordt dus geïnvesteerd in het ontwikkelen van nieuwe oplossingen en het ontwikkelen van kennis. Maar er wordt ook aandacht besteed aan reflectie, benadrukt Grotenhuis. “Dat gaat om de ethische, juridische en maatschappelijke aspecten. In wat voor maatschappij wil je leven? Hoe verhoud je je als mens tot technologie? Wat voor ontwerpprincipes zijn belangrijk om mee te nemen in het gebruik of toepassen van die technologieën?”

Volgende stap(pen)

Nu de KIA Digitalisering bekrachtigd is, begint de volgende stap voor Topsector ICT. De organisatie blijft een soort regisseur of ‘spin in het web’: “Wij mogen alle partijen bij elkaar brengen.” Voor een aantal onderwerpen bestaan bijvoorbeeld al coalities waarin het bedrijfsleven, kennispartijen en overheden samenkomen. De Nederlandse AI Coalitie is daar een voorbeeld van.


“Op nieuwe onderwerpen zijn we dat ook aan het ontginnen. Bijvoorbeeld voor neuromorphic computing. Dat is een relatief nieuw vakgebied. We zijn nu aan het kijken wat er al landelijk of op Europees niveau bestaat aan publiek-private samenwerken en welke rol wij kunnen spelen om dat verder te brengen.”


Topsector ICT kan daarnaast een rol spelen bij de verdeling van subsidies, aangezien zij tussen overheden, het bedrijfsleven en de kennissector in zitten. Zo kan er richting worden gegeven aan welke subsidie verstandig is om aan te vragen. “En we hebben bijvoorbeeld subsidies voor het mkb voor innovatie-vouchers of innovatie-makelaars, waarmee we impulsen kunnen geven.”

Tot 2027

De KIA Digitalisering loopt van 2024-2027, waarna er weer een nieuwe agenda wordt opgezet voor de volgende vier jaar. Maar technologische ontwikkelingen gaan enorm snel. Daarom wordt ook in de tussentijd een vinger aan de pols gehouden, sluit Grotenhuis af. “We blijven goed kijken naar de actuele ontwikkelingen en of het op basis daarvan nodig is om zaken toch wat bij te stellen.”